1. Begin met het mengen van het water en de gist in een kom. Ik adviseer je dat het water lauw is, zodat de gist sneller en beter oplost.
2. Het is klaar, meng de bloem met het zout en voeg dit toe aan het water. Je moet het een paar minuten goed kneden. Om te weten wanneer het er is, is het deeg glad en plakt het niet gemakkelijk aan je handen. In het begin blijf je misschien ergens aan vasthouden, maar je zult zien hoe later dat niet meer zo zal zijn.
3. Na het eerste kneden moet je het deeg afdekken met plasticfolie en een uur in de koelkast leggen. Gedurende deze tijd zal het deeg rusten en klaar zijn om ermee te werken.
4. Snijd na het rusten vier gelijke ballen en vorm de langwerpige staven. Leg ze apart van elkaar op een bakplaat en maak in elk twee ondiepe sneden. Laat ze vóór het koken ongeveer 30 minuten gisten.
5. Als ze opgroeien, zullen ze al de ultieme toverstafvorm hebben. Als ze te groot zijn, rek het deeg dan verder uit met een beetje bloem.
6. Zet ze tenslotte 15 minuten in een voorverwarmde oven op 180°C en je hebt ze klaar.
Een advies is om er een beetje water op te spuiten voordat u ze aanbrengt, zodat de korst niet zo snel ontstaat en het bakresultaat ontstaat. Als u geen sproeier heeft, kunt u ook uw vingertoppen nat maken en ze voorzichtig over het brood laten lopen voordat u gaat bakken.
ADVERTISEMENT