Bereid in een kleine pan de karamel met de 15 stukjes suiker gedrenkt in water. Als het goudbruin is, giet je het in een bakvorm.
Schil de ananas, laat geen bruine deeltjes achter. Snij hem in plakjes van ongeveer 1 cm dik. Snijd het centrale vezelige deel af en verwijder het. Leg de plakjes op de bodem van de vorm, bovenop de karamel.
Bewerk de boter in een terrine met een houten spatel om hem romig te maken. Voeg de suiker toe, meng goed zodat het mengsel glad is en voeg de hele eieren één voor één toe. Meng de gist met de bloem en voeg geleidelijk toe aan het mengsel. Als je nog stukjes ananas over hebt, kun je deze door het beslag mengen.
Lees meer op de volgende pagina
ADVERTISEMENT